Wat gebeurt er met het pensioen van overledenen onder de nieuwe hervorming in Colombia?

Vanaf 1 juli 2025 treedt het nieuwe Colombiaanse ouderdomsbeschermingssysteem in werking, vastgelegd in Wet 2381 van 2024.
Tot de wijzigingen die de pensioenhervorming met zich meebrengt, behoort een specifieke bepaling over de verdeling van pensioenfondsen in geval van overlijden van een deelnemer die geen erkende begunstigden of erfgenamen heeft achtergelaten.
De hervorming voorziet in de invoering van een nieuw pensioenmodel dat uit verschillende pijlers bestaat, waaronder de Aanvullende Individuele Spaarcomponent (CCAI).
Dit onderdeel komt overeen met de besparing die elke werknemer maakt op basis van een salaris dat hoger is dan 2,3 keer het huidige wettelijke minimumloon en wordt beheerd door Colpensiones.
Artikel 81 van Wet 2381 bepaalt dat, in het geval dat een lid van het systeem overlijdt en geen begunstigden van een nabestaandenpensioen achterlaat (dat wil zeggen partner, kinderen, ouders of andere verwanten tot en met de vierde orde van erfopvolging), de middelen die waren opgebouwd op zijn of haar individuele spaarrekening niet aan derden worden overgedragen en ook niet verloren gaan uit het systeem.

Door de pensioenhervorming kunt u niet meer kiezen tussen het doorsneepremiesysteem of het spaarsysteem. Foto: iStock
Indien er geen erfgenamen of wettelijke begunstigden zijn, worden de resterende gelden in het CCAI rechtstreeks overgemaakt naar het Pensioensolidariteitsfonds. Dit fonds is een rekening die beheerd wordt door de Rijksoverheid en heeft als doel economische voordelen te financieren voor mensen die in extreme armoede leven, met name ouderen die geen recht hebben op een regulier pensioen.
Dit mechanisme is bedoeld om de solidariteitspijlers van het nieuwe pensioenstelsel te versterken en dekking te garanderen voor mensen die in het verleden zijn uitgesloten van toegang tot een pensioen of financiële voorzieningen op hun oude dag.
Wie worden als begunstigden beschouwd? Volgens de Colombiaanse wet zijn de begunstigden van een nabestaandenpensioen:
- Echtgeno(o)t(e) of vaste partner van het overleden lid.
- Minderjarige kinderen of volwassenen met een blijvende beperking.
- Ouders van de overledene, indien zij financieel afhankelijk waren van de overledene.
- Gehandicapte broers en zussen die financieel afhankelijk zijn van het gezinslid, indien bovenstaande niet aanwezig is.
- Indien geen van deze personen aanwezig is of indien zij binnen de gestelde termijn geen aanspraak maken op het recht, dan wordt het geld overgemaakt zoals beschreven in de nieuwe hervorming.
Om de overdracht van middelen aan het Pensioensolidariteitsfonds te laten plaatsvinden, moeten de volgende voorwaarden worden vervuld:
- Overlijden van het lid dat de individuele spaarrekening bij de CCAI aanhoudt.
- Geen wettelijk erkende begunstigden.
- Afwezigheid van erfgenamen tot en met de vierde graad van bloedverwantschap.
- Geen verzoek om erkenning van een nabestaandenpensioen of om nalatenschapsgelden hebben ingediend.
- Colpensiones zal, in samenwerking met het Ministerie van Arbeid, verantwoordelijk zijn voor het verifiëren van deze voorwaarden en het beheren van de overdracht van de gelden naar het overeenkomstige solidariteitsfonds.
Bij overlijden van de begunstigde moeten potentiële begunstigden contact opnemen met Colpensiones en de relevante documentatie overleggen om de nabestaandenpensioen- of erfenisprocedure te starten. Indien na verloop van tijd het bestaan van erfgenamen niet is aangetoond of het recht niet is opgeëist, worden de middelen beschikbaar gesteld voor overdracht aan het Pensioensolidariteitsfonds.
Bij deze procedure worden onder meer de registratiegegevens van de burgerlijke stand, vonnissen inzake de verklaring van nalatenschap of het ontbreken hiervan gecontroleerd en wordt gekeken of er geen aanvragen zijn ingediend bij de entiteit.
Het nieuwe distributiemodel is uitsluitend van toepassing op middelen uit het Aanvullend Individueel Spaardeel en treedt in werking op 1 juli 2025, de datum waarop het nieuwe Colombiaanse ouderdomsbeschermingsstelsel in werking treedt.
Werknemers moeten jaarlijks verantwoording afleggen over de middelen die op grond van deze bepaling aan het Pensioensolidariteitsfonds zijn overgedragen, om transparantie en traceerbaarheid bij het gebruik van deze middelen te waarborgen.
Meer nieuwseltiempo