Een startup gaat bijna failliet door een vals rapport van de markttoezichthouder – kan dat iedereen overkomen?

Toen Fritz Unger, oprichter van de in Hannover gevestigde startup Skywind, op 31 januari een e-mail ontving, was hij naar eigen zeggen “redelijk geschokt”. Er loopt een klacht tegen zijn bedrijf door het Oostenrijkse Federaal Bureau voor Metrologie en Landmeetkunde (BEV). Hij mag zijn microwindturbines – kleine windturbines die huiseigenaren op hun dak kunnen installeren om duurzame elektriciteit op te wekken – niet meer verkopen en moet een terugroepactie starten voor systemen die al zijn verkocht, staat in de e-mail. En: dit alles is direct van toepassing. EU-breed. “We wisten niet eens waarom”, zegt Unger. Bovendien had een onafhankelijk testcentrum de systemen van de startup pas eind 2024 gecertificeerd. De oprichter weet het niet meer.

Ongeveer drie maanden en een rechtszaak later is het duidelijk: de beslissing van de BEV is ‘niet-ontvankelijk’. Dat is de uitspraak van de Federale Bestuursrechter van de Republiek Oostenrijk. De turbines van Skywind zijn “veilig”. Bovendien is er volgens de uitspraak ‘geen reden voor een terugroepactie of een waarschuwingsplicht’. Het beoordelingsproces zou ‘volledig moeten worden stopgezet’.

Maar Skywind had op dat moment al meer dan een miljoen euro omzetverlies geleden, aldus algemeen directeur Unger. De verkoop lag drie maanden stil – meerdere systemen moesten worden teruggeroepen – maar later bleken ze nog steeds in orde. En dat zal niet zo blijven, zegt Unger. “Want zo’n waarschuwing heeft natuurlijk ook gevolgen op de lange termijn.”

Maar hoe is het zover kunnen komen? En hoe komt het dan dat een Oostenrijkse instantie bedrijven uit Hannover lamlegt?