CNJ keurt wijzigingen in BPC-expertise in de rechterlijke macht goed

De Nationale Raad van Justitie (CNJ) heeft unaniem ingestemd met de uniformering van de regels voor deskundigenbeoordelingen voor de toekenning van de Continue Uitkering (BPC) aan mensen met een beperking. Hierdoor zal de biopsychosociale beoordeling door het Nationaal Instituut voor Sociale Zekerheid (INSS) gelijk zijn aan die door het Hof. De rechtszaak eindigde op maandag (30).
De eenmaking van de expertise gaat in op 2 maart 2026, aangezien de wijziging moet worden opgenomen in het Judicial Expertise System (Sisperjud). De raadsleden analyseerden een voorstel voor een resolutie ingediend door de voorzitter van de CNJ, minister Luís Roberto Barroso, tevens voorzitter van het Federaal Hooggerechtshof (STF).
BPC is een sociale uitkering ter waarde van één minimumloon per maand voor senioren van 65 jaar en ouder of voor mensen met een beperking van elke leeftijd. In beide gevallen moet de begunstigde een gezinsinkomen per hoofd van de bevolking hebben van maximaal een kwart van het minimumloon.
Voor mensen met een beperking is naast de financiële kwestie ook een medisch onderzoek door het INSS vereist. Bij deze beoordeling wordt vastgesteld of er sprake is van langdurige lichamelijke, geestelijke, intellectuele of zintuiglijke beperkingen (met gevolgen die minstens twee jaar aanhouden) die volledige en effectieve deelname aan de maatschappij belemmeren.
De BPC-aanvraag moet worden ingediend bij de federale overheid, maar sommige mensen schakelen de rechter in om de uitkering te verkrijgen. De juridische analyse van zaken is niet zo uitgebreid als de biopsychosociale beoordeling van het INSS.
Barroso benadrukte dat “het aanbevolen is om een gemeenschappelijk beoordelingsinstrument voor de justitiële en bestuursrechtelijke sfeer in te voeren, ook om de identificatie van mogelijke verschillen te vergemakkelijken”.
Het indienen van rechtszaken voor de toekenning van BPC is afhankelijk van eerdere administratieve afwijzingen of het verstrijken van de termijn voor de analyse ervan. In een notitie stelde de CNJ dat "het toenemende aantal rechtszaken voor de toekenning van deze uitkeringen verband houdt met het grotere aantal aanvragen en administratieve afwijzingen".
Op 11 maart verklaarde minister van Financiën Fernando Haddad dat er een "rechtshandhavingsmachine" en een "industrie van dwangbevelen" bestaat met betrekking tot de BPC. De CNJ benadrukte echter dat "de groei van concessies zowel op administratief als op juridisch gebied in een vergelijkbaar tempo wordt waargenomen".
"De invoering van het instrument dat de rechterlijke macht analyseert, wordt niet gerechtvaardigd door de vrees dat de rechterlijke toekenning van uitkeringen willekeurig gebeurt, maar omdat het een normatief noodzakelijke maatregel is om de beoordeling beter aan te passen aan het sociale model van invaliditeit, zoals vastgelegd in de toepasselijke wetgeving", aldus Barroso.
gazetadopovo