Nobelprijs voor de economie gaat naar drie onderzoekers op het gebied van duurzame groei

De Nobelprijs voor de Economie gaat dit jaar naar Joel Mokyr, Philippe Aghion en Peter Howitt, twee groeionderzoekers gevestigd in respectievelijk de Verenigde Staten en Europa. Ze worden geëerd voor hun onderzoek naar duurzame groei, zo maakte de Koninklijke Zweedse Academie van Wetenschappen in Stockholm bekend.
De prijs van dit jaar draait om schepping en vernietiging, zei Hans Ellegren, secretaris-generaal van de Koninklijke Zweedse Academie van Wetenschappen, tijdens de uitreiking op het terrein van de Universiteit van Stockholm. De drie winnaars zijn erin geslaagd de door innovatie gedreven economische groei te verklaren, zei hij.

Maria Corina Machado trotseert het extreemlinkse regime in Caracas met pacifistische middelen en is de populairste politicus van het land. Dit maakt haar gevaarlijk voor de dictatuur. Het brengt haar ook in gevaar.
Mokyr, een in Nederland geboren economisch historicus met zowel de Israëlische als de Amerikaanse nationaliteit en onderzoek aan de Northwestern University in de VS, ontvangt de helft van de prijs. Aghion, een Fransman die zowel in Frankrijk als in het Verenigd Koninkrijk doceert, deelt de andere helft met Howitt, een Canadees van Brown University in de VS.
Daarmee is de Nobelprijs voor dit jaar compleet. Alle andere prijswinnaars waren vorige week al bekendgemaakt. Traditioneel werden de andere wetenschappelijke categorieën geneeskunde, natuurkunde en scheikunde als eerste uitgereikt, waarbij de Nobelprijs ook aan drie wetenschappers gezamenlijk werd toegekend. De Nobelprijs voor Literatuur ging vervolgens naar de Hongaarse schrijver László Krasznahorkai en de Nobelprijs voor de Vrede ging naar de Venezolaanse oppositieleider María Corina Machado.
Al deze prijscategorieën zijn ontstaan uit het testament van de Zweedse dynamietuitvinder en prijsoprichter Alfred Nobel (1833-1896). Eind jaren zestig stelde de Zweedse Centrale Bank nog een prijs in ter nagedachtenis aan Nobel: de Nobelprijs voor de Economie.
In de loop van de geschiedenis is de Nobelprijs voor Economie regelmatig toegekend aan economen in de Verenigde Staten, zoals vorig jaar: toen kende de Academy of Sciences Daron Acemoglu, Simon Johnson en James A. Robinson de prijs toe voor hun onderzoek naar de welvaartskloof tussen landen.
Slechts één Duitser behoorde ooit tot de Nobelprijswinnaars voor de economie: de in Bonn wonende wetenschapper Reinhard Selten (1930-2016). Hij ontving de prijs in 1994, samen met John Nash en John Harsanyi, voor hun baanbrekende bijdragen aan de niet-coöperatieve speltheorie.
Net als alle andere Nobelprijswinnaars ontvangen de winnaars in de categorie economie hun prijs tijdens een traditionele en ceremoniële ceremonie op 10 december, de sterfdag van Nobel. Het royale prijzengeld is eveneens gelijk aan dat van de andere Nobelprijzen: dit jaar bedraagt het wederom elf miljoen Zweedse kronen per categorie – omgerekend ongeveer een miljoen euro.
RND/dpa
rnd