In institutionele portefeuilles: de 60-40-portefeuille is verouderd – beleggers herontdekken grondstoffen

Grondstoffen werden lange tijd overschaduwd door andere activaklassen, zelfs bij institutionele beleggers. Dit zal waarschijnlijk veranderen: er zijn veel aanwijzingen dat de markten aan het begin staan van een nieuwe grondstoffencyclus. Naast de huidige macro-economische omwentelingen zijn er historische patronen te identificeren die suggereren dat de prijsontwikkeling van goud in de afgelopen anderhalf jaar als een signaal moet worden beschouwd.
Goud is een voorlopende indicator in de grondstoffencyclusGoud is nooit een geïsoleerde begunstigde geweest in tijden van wereldwijde onzekerheid, zoals historische patronen laten zien. De prijs ervan heeft altijd voorop gelopen in een bredere opleving van edelmetalen en grondstoffen in het algemeen. Ook dit keer loopt goud voorop. De prijs is sinds het begin van de pandemie aanzienlijk gestegen.
Een vergelijking met de S&P 500 onderstreept de trend. De verhouding tussen grondstoffen- en aandelenmarktprestaties is historisch laag. Vroeger was dit een betrouwbare vroege indicator voor een trendomkering en het begin van een kapitaalrotatie. Veel beleggers richten zich echter nog steeds op de eerdere winnaars – met name technologieaandelen.
De renteomgeving vraagt om nieuwe antwoordenDe geschiedenis leert ons ook dat de meeste beleggers pas in een trend stappen als deze al is ingezet. Het zijn echter vaak de beginfasen van een cyclus waarin de grootste rendementskansen zich voordoen. Tegelijkertijd dwingt de veranderende macro-economische omgeving meer dan alleen institutionele beleggers om hun aanpak te herzien. Het tijdperk van dalende rentes, dat meer dan vier decennia duurde, is voorbij. Sinds 2020/2021 bevinden we ons in een structureel nieuwe renteomgeving, gekenmerkt door stijgende rentes, hoge inflatie en volatiele kapitaalmarkten.
In deze realiteit neemt het belang van traditionele obligaties af. Grondstoffen en edelmetalen bieden daarentegen precies wat portefeuilles nu nodig hebben: inflatiebescherming, reële waardegroei en diversificatie. Goud heeft bijvoorbeeld sinds 2000 een gemiddeld jaarlijks rendement van meer dan 8 procent behaald – meer dan veel rente- of coupondragende effecten.
Vooral in tijden van monetaire onzekerheid en groeiende inflatiezorgen biedt goud niet alleen waardebehoud, maar ook waardestijging op de lange termijn . Terwijl traditionele obligaties onder druk staan, vinden institutionele beleggers die op zoek zijn naar duurzame en veerkrachtige portefeuillebouwstenen goud een alternatief.
Impulsen uit ChinaNaast fundamentele argumenten nemen ook de politieke signalen toe: in China mogen verzekeraars sinds kort maximaal één procent van hun portefeuille in goud aanhouden. Dit is een stap met mogelijk wereldwijde gevolgen. In Rusland zijn naast goud ook platina en palladium aan de strategische reserves toegevoegd. In Azië groeit ook de fysieke vraag: zilver wordt in Shanghai verhandeld tegen premies ten opzichte van westerse beurzen. Dergelijke ontwikkelingen pleiten voor een strategische herpositionering van edelmetalen, zowel in staatsreserves als in institutionele portefeuilles.
Zilver: de onderschatte cyclischeZilver is historisch gezien een laatbloeier. In de beginfase van grondstoffencycli reageerde het over het algemeen met vertraging, maar in de latere fase van een bullmarkt bloeide het op en behaalde het vaak dubbele jaarlijkse rendementen. De huidige goud-zilverratio van 101 wijst op een aanzienlijke onderwaardering van zilver; tijdens historische pieken lag de ratio tussen de 15 en 45. Bovendien neemt de industriële vraag naar zilver momenteel snel toe . Toepassingen in zonne-energie, halfgeleiders, sensoren en innovatieve batterijopslagsystemen zorgen voor een structureel stijgende vraag.
Tegelijkertijd dalen de beschikbare voorraden op de Comex- en LME-grondstoffenbeurzen tot kritieke dieptepunten – een potentiële katalysator voor prijsbewegingen. Wat de situatie nog erger maakt, is het feit dat zilver slechts acht keer zo overvloedig aanwezig is als goud. Vroeger was de goud-zilverratio slechts één keer hoger dan nu. Dat was in 2020 – en de ommekeer leidde tot een sterke outperformance van zilver ten opzichte van goud.
Ondergeïnvesteerd en onderschatOndanks deze fundamentele factoren laten de kapitaalstromen naar goud- en zilver-ETF's zien dat veel beleggers nog steeds terughoudend zijn. Een groot deel van de beleggers kijkt vanaf de zijlijn toe. Velen interpreteren de schommelingen in de goudprijs voorbarig als een einde aan de trend. Maar dergelijke correcties horen bij elke bullmarkt.
De huidige scepsis van veel beleggers is niet zozeer een waarschuwingssignaal, maar eerder een klassiek symptoom van de zogenaamde "muur van zorgen" – de vaak geuite angst onder beleggers dat ze al te laat zijn. Het laat veeleer zien dat er nog steeds opwaarts potentieel is. De muur van zorgen is een barrière die een belangrijke trend moet overwinnen. Met andere woorden: zolang er nog veel twijfelaars en aarzelende marktdeelnemers zijn, is het potentieel nog niet ten volle benut.
Kapitaalrotatie: vroege fase, geweldige kansIntegendeel: we bevinden ons in de beginfase van een beweging die strategisch gezien nog jaren relevant kan blijven. De kapitaalrotatie van overwogen sectoren zoals technologie naar grondstoffen is al gaande, maar nog niet voltooid. Dergelijke transities worden doorgaans gekenmerkt door hoge volatiliteit in combinatie met een onderschat potentieel. De markten zijn aan het reorganiseren en veel beleggers handelen nog steeds reactief in plaats van proactief. Degenen die in dit vroege stadium posities opbouwen, verwerven aantrekkelijke instapniveaus.
Institutionele beleggers bevinden zich, gezien hun unieke positie, op een keerpunt: de klassieke 60-40-portefeuille heeft zijn grenzen bereikt. Traditionele bronnen van rendement verliezen aan populariteit, terwijl geopolitieke risico's, wetswijzigingen en structurele marktverschuivingen toenemen. In deze context zijn grondstoffen en edelmetalen niet alleen tactische toevoegingen, maar steeds meer een onmisbaar onderdeel van strategische allocaties.
Over de auteur:
Cornel Bruhin is sinds 2012 verantwoordelijk voor de ontwikkeling en verdere ontwikkeling van strategieën voor opkomende markten bij Mainfirst en beheert het Mainfirst Emerging Markets Corporate Bond Fund Balanced. Voorheen werkte hij bij Clariden Leu, Bank Hofmann en Credit Suisse First Boston. Hij heeft meer dan 37 jaar ervaring in beleggingen in opkomende markten.
private-banking-magazin